De 14 allergenen, die in Europa al sinds 2005 op verpakkingen vermeld moeten worden, worden voortaan benadrukt in de ingrediëntenlijst, bijvoorbeeld in hoofdletters. Wanneer een allergeen in meer dan één ingrediënt voorkomt, moet dit allergeen ook meer dan één keer in de ingrediëntenlijst worden vermeld.
Als er geen ingrediëntenlijst is, zoals het geval zal zijn bij verpakt voedsel als melk of kaas, worden de allergenen aangegeven in de productnaam of door gebruik van het woord 'bevat', gevolgd door de naam van de allerge(e)n(en).
De 14 allergenen die moeten worden vermeld:
- Glutenbevattende granen, namelijk tarwe, rogge, gerst, haver, spelt en kamut of kruisingen daarvan en producten op basis van glutenbevattende granen*
- Schaaldieren en producten op basis van schaaldieren
- Eieren en producten op basis van ei
- Vis en producten op basis van vis*
- Pinda's en producten op basis van pinda's
- Soja en producten op basis van soja*
- Melk en producten op basis van melk (inclusief lactose)*
- Noten zoals amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten, macadamianoten en producten op basis van noten*
- Selderij en producten op basis van selderij
- Mosterd en producten op basis van mosterd
- Sesamzaad en producten op basis van sesamzaad
- Zwaveldioxide en sulfieten (in concentratues van meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l uitgedrukt als totaalgehalte van zwaveldioxide)
- Lupine en producten op basis van lupine
- Weekdieren en producten op basis van weekdieren
* Met uitzondering van de in de Verordening voedselinformatie genoemde stoffen en producten.